Het dodenhuis (Sarah Pinborough)

Dominique (21) las “Het dodenhuis” van Sarah Pinborough:

Toby’s leven was heel normaal, tot het overhoop werd gehaald door zoiets simpels als een bloedtest.

Ergens op een eiland, ver van de bewoonde wereld, woont Toby met alle kinderen die het zogeheten Defect-gen hebben in wat ze noemen “het Dodenhuis”. Dit huis wordt geleid door de emotieloze vrouw “Moeder” en haar verpleegsters. Net zoals alle kinderen in dit huis, weet Toby: wanneer je ziek wordt, ga je naar het sanatorium. En wie naar het sanatorium gaat, komt niet meer terug. Toby brengt zijn nachten wakker door en zit dan over het leven te mijmeren. Dit is totdat Clara in zijn leven komt, een vrolijk meisje die ook het Defect-gen heeft. Samen genieten ze elke nacht van het leven. Maar ondanks deze momenten van vrijheid, blijft de dood hen achtervolgen en er is niks wat ze kunnen doen.

Toen ik de achterkant las van dit boek, had ik een bepaald beeld in m’n hoofd. Ik had een spannend boek verwacht, met daarin misdaad, verlies, complotten, maar toch ook romantiek. Zowel de romantiek als het verlies heb ik gekregen. Maar het hele spannende wat ik had verwacht, was er niet. Ik had echt gedacht dat Toby ergens in het boek in het sanatorium zou komen en dan erachter komt wat er precies met die kinderen gebeurt. Echter, dit is helemaal niet aan bod gekomen. Het boek was op een gegeven moment vooral gefocust op de relatie tussen Clara en Toby (wat ik overigens een heel leuk stelletje vond). Daarom vond ik het laatste hoofdstuk van het boek wel leuk.

Ik vind het boek wel okay. Het heeft wel emotionele momenten en psychologische vraagstukken over het hierna, maar desondanks vond ik dit boek niet bijzonder. Normaal gesproken lees ik boeken, zoals: De Selectie, Hof van Doorns en Rozen, Academicus Vampyrus, Huis van de Nacht, etc. Dus ik dacht: “deze keer ga ik voor iets anders”. Ik vond het jammer dat het boek niet was wat ik er van gedacht had.