Dex (Mijke Pelgrim)

Esther (12) las “Dex” van Mijke Pelgrim:

Sommige mensen vinden school niet leuk, maar Dex HAAT school. Hij besteedt zijn tijd liever aan gamen, tosti’s eten en nog meer gamen. Dex gaat voor het eerst naar de middelbare school, maar hij vindt het niet nodig om vrienden te maken. Hij heeft er namelijk al één en vindt andere jongens stom. Toch wordt hij vrienden met Luuk, maar Luuk heeft ook nog andere vrienden waarmee Dex ook steeds meer in aanraking komt. Hij vindt de andere jongens niet aardig, maar door een plotselinge gebeurtenis moet hij wel samenwerken met de rest van de jongens.

Ik vind het begin van het boek erg sterk, omdat Dex gelijk dingen over zichzelf vertelt en je dus gelijk in het verhaal zit. Daarna wordt het wat saaier, omdat je wordt voorgesteld aan de bijpersonen en dat een beetje lang duurt. Na die plotselinge gebeurtenis wordt het wel heel spannend. Ik wilde graag weten hoe de samenwerking zou gaan en wat het eindresultaat zou zijn. In het verhaal zit ook soms een hoofdstuk waarin Dex tegen zichzelf praat. Dat noemt hij de ‘Dex-weet-het-beter-stem’. Dat is in het begin best verwarrend, maar later eigenlijk heel leuk, omdat je dan het verschil ziet tussen wat hij echt wil en doet. Het taalgebruik in het boek is heel makkelijk, behalve dat er één persoon is die best moeilijke woorden gebruikt. Bijvoorbeeld: ‘Ik heb er de volste fiducie in dat jullie met elkaar deze educatieve excursie tot een groot succes zullen maken.’ Die woorden worden in de stukjes er na wel uitgelegd.‘We tuurden zo hard uit het raam dat het een wonder was dat het heel bleef.’ Dat was één van de vele grappige stukjes. Zo zitten er meer in en dat vind ik erg leuk. Ik vind het begin van het boek dus redelijk goed, maar het einde van het boek is echt heel gaaf!